A- A+

HOUDING TEGENOVER JODEN

GEDENKPLAATS AUSCHWITZ

GEDENKPLAATS AUSCHWITZ

HOUDING TEGENOVER JODEN

De door Hitler gevormde doctrine berustte op opvattingen die mensen op basis van hun ras beoordeelden. In de nationaalsocialistische hiërarchie van volkeren en rassen stonden het Germaanse – Noordse ras bovenaan en hierbinnen werd het Duitse volk als “heerservolk” (Herrenvolk) of superieure mensen (Übermenschen) aangeduid. De inwoners van de Slavische landen werden als mensen met beperkte organisatorische en creatieve mogelijkheden beschouwd. Het laagst in deze ideologie stond het Joodse volk dat door de nazi's verantwoordelijk werd gehouden voor al het leed dat de Duitsers hebben geleden en zij werd als hun grootste vijand beschouwd.

Het interbellum was een bloeiperiode van de bijna 11 miljoen mensen tellende Joodse bevolking in Europa die een welvarende, maar ook zeer cultureel en ethnisch diverse gemeenschap vormde. De Joden blonken uit op verschillende gebieden, met name in de wetenschap, de cultuur en de economie. In de staten van West-Europa, hoofdzakelijk in: Duitsland, Nederland, België en Groot- Brittannië had een duidelijk proces van nationale en culturele assimilatie van de Joden met de rest van de maatschappij plaatsgevonden. Maar het merendeel van de Joden in Midden- en Oost-Europa behielden hun culturele eigenheid, in overeenstemming met de tradities en de beginselen van het judaïsme. Buiten Polen bevonden zich de grootste Joodse bevolkingsgroepen in de Sovjet-Unie, Hongarije, Roemenië en in Duitsland. Grafiek die de Joodse bevolking in de afzonderlijke staten van Europa vóór 1939 weergeeft.

In 1935 voerden de nazi´s anti-Joodse wetten in – de Neurenberger Wetten en ontketenden een propagandacampagne tegen de Joden waarmee zij het antisemitisme in een deel van de samenleving opwekten en aanwakkerden. Deze emoties kwamen voort uit religieuze vooroordelen, culturele verschillen en economische rivaliteit. Het effect van deze propaganda was een uitbarsting van haat tegen de Joden en onderdrukking waardoor honderdduizenden mensen, hoofdzakelijk uit de wereld van wetenschap en cultuur tot emigratie gedwongen werden of naar concentratiekampen gestuurd werden. Joodse bezittingen werden staatseigendom of het eigendom van Duitse burgers.

Neurenberger Wetten

Neurenberger Wetten

Neurenberger Wetten – Vertaling

Bron: USHMM


Bron: USHMM


Fragmenten van de Wet ter Bescherming van het Duitse Bloed en de Duitse Eer van 15 april 1935 en het fragment van een verordening bij de Burgerschapswet van 14 november 1935:

[…] Als iemand met gemengd Joods bloed wordt tevens degene beschouwd […] die één of twee voljoodse grootouders heeft. Jood is degene die drie Joodse grootouders heeft. Een Jood kan geen burger van het Derde Rijk zijn, hij heeft geen stemrecht in politieke aangelegenheden; hij mag geen openbaar ambt bekleden. Buitenechtelijke relaties tussen Joden en personen van Duits of aanverwant bloed zijn verboden. […]

De internationale gemeenschap bleef passief en snelde de vervolgden niet te hulp. In juli 1938 vond er in Evian-les-Bains in Frankrijk een internationale conferentie plaats waarop vertegenwoordigers van 31 staten het niet eens werden over de toelating van Joodse vluchtelingen. Dit besluit was van invloed op het feit dat er van de bijna 11 miljoen Joden in Europa, bijna 6 miljoen tijdens de Holocaust omkwamen.


Als voorwendsel voor de directe vervolging van de Joden in Duitsland diende de aanslag op een Duitse diplomaat die in Parijs door een Joodse emigrant was gepleegd. Vlak daarna, in de nacht van 9 op 10 november 1938, vond er in Duitsland een landelijke pogrom op Joden plaats, ook bekend als de Rijkskristalnacht (Reichskristallnacht). De vervolging van de Joden die was begonnen in het Derde Rijk breidde zich aan het einde van de jaren 30 ook naar de met Duitsland verbonden staten uit: Italië, Roemenië, Hongarije en Slowakije.

Er zijn minstens 1,1 miljoen Joden naar Auschwitz gedeporteerd van wie er minstens 960.000 zijn omgekomen.